Bijbel en Babel. Frans de Liagre Böhl

De Liagre Böhl en zijn band met de Sint-Jansberg, Milsbeek en de hervormde kerk in Gennep

In de vorige uitgave van ons kerkblad schreef ik over de relatie Kerk en Israël. Dat thema zal ik in het oktobernummer voortzetten.

Nu maak ik u deelgenoot van een boek dat ik, tijdens mijn vakantie, in een boekwinkel in Zutphen kocht. Het boek met de titel “Bijbel en Babel. Frans de Liagre Böhl, 1882-1976” verbindt Frans Liagre Böhl met onze hervormde kerk. De naam Liagre Böhl riep herinneringen bij mij op. Ik leerde hem, via mijn studieboeken, kennen tijdens mijn eerste studiejaar theologie (1975/1976). Hij was een pionier op het gebied van de assyriologie, de wetenschappelijke studie van het oude Mesopotamië. De meeste lezers zullen nu denken wat heeft dat met ons te maken? Wel, meer dan u vermoedt. Want in de 19e eeuw kwamen onderzoekers er o.a. door middel van opgravingen achter dat er oudere culturen hebben bestaan dan die van het volk Israël.

Böhl stamt uit een geslacht dat afkomstig is uit Hamburg. Zij maakten fortuin in de Spaanse handel. Zij importeerden via Spanje uit Zuid- en Midden-Amerika afkomstige handelswaar zoals koffie, cacao, suiker; als ruilmiddel leverden zij waren uit Rusland, de Baltische landen, Noorwegen, Bohemen en Silezië, waaronder vis, koren en textiel naar Spanje.

Eduard Böhl, de vader van Frans, trouwde met Anna Kohlbrugge, de dochter van de bekende Duitse theoloog H.F. Kohlbrugge. Zij overleed op jonge leeftijd. Eduard Böhl hertrouwde met baronesse Jacqueline Van Verschuer (1846-1921). Uit dit huwelijk kwamen drie kinderen voort onder wie Frans Böhl, die later zijn naam zou laten veranderen in de Liagre Böhl. De ouders van Jacqueline hadden een landgoed, de Sint-Jansberg bij Groesbeek op de grens van Noord-Limburg en Gelderland. Een aantal van de lezers zullen dit schitterende gebied van uitgestrekte wouden en heuvel (de voortzetting van het Kleefse Rijkswoud in Nederland, met wandellaantjes en waterpartijen) kennen.

Na zijn middelbare school ging Frans theologie en oosterse talen studeren; o.a. in Erlangen, Wenen, Bonn en Berlijn. Tijdens zijn studie kreeg hij nieuwe inzichten. Voor de eeuwwisseling (19e naar 20ste eeuw) keek men heel geïsoleerd naar de geschiedenis van Israël en het Oude Testament. Opgravingen en vondsten in het Nabije Oosten openden een heel nieuwe wereld. De vraag was of alle historische kennis over het toenmalige Nabije Oosten om Israël, het land van de Bijbel, draaide of was het juist Babylon met zijn pas opgedolven spijkerschrifttabletten dat de toon aangaf? De uitkomst was dat de godsdienst en beschaving van Israël in geen enkel opzicht origineel waren. ’Ze gingen terug op’, zo vermeldt de biografie, ‘en liepen verre achter bij de overoude beschaving van de Babyloniërs en bij de geheimzinnige wijsheid die al eeuwen vóór Mozes en zelfs vóór Abraham door Babylonische priesters werd verkondigd.’ De
Langstraat 125 te Milsbeek
discussie ‘Babel en Bijbel’ was geboren. Aan het begin van de vorige eeuw verschenen meer dan 1650 artikelen over dit thema.

Het thema ‘Babel en Bijbel’ heeft Frans de Liagre Böhl zijn hele leven beziggehouden. Hij trok vaak naar het Nabije Oosten om archeologisch onderzoek te leiden of er aan deel te nemen. Hij was een groot kenner van het spijkerschrift, o.a. het Sumerisch en Akkadisch. Dit stelde hem in staat om het Gilgamesj-epos, een van de oudste literaire werken ter wereld, te vertalen in het Nederlands. Het epos gaat terug op losse verhalen uit het einde van het derde millennium voor Christus. Het epos bestaat uit twaalf zangen, waarvan het elfde het beroemde verhaal van de vloed bevat dat in tal van bijzonderheden overeenkomt met het Bijbelse verhaal van de Noach en de ark. Maar ook zijn er overeenkomsten, en niet alleen volgens De Liagre Böhl, in de verhalen over de schepping, het paradijs, de oervaders, de toren van Babel en de aartsvaders.

Frans de Liagre Böhl was o.a. hoogleraar in Groningen en Leiden. In die periode kwam hij regelmatig bij zijn familie op de Sint-Jansberg.

In 1955 schrijft hij in zijn agenda: ‘Mariëlle’ (zijn vrouw) ‘oppert het plan om een bungalow te bouwen in Plasmolen, in de buurt van het landgoed de Sint Jansberg.’ Deze bungalow komt er en is in november 1956 gebouwd aan de Langstraat 125 in Milsbeek. Het werd een wit, houten huis van één verdieping, een woonkamer en twee slaapkamers.

Later werd er nog een studeerkamer aangebouwd. Het huis werd een oord van geluk waar de familie bijeenkwam en voor Frans het paradijs waar hij eindeloze wandeltochten over de heuvels van het landgoed maakte. Het landhuis van de familie Van Verschuer op de Sint Jansberg kwam hij niet meer tegen op zijn tochten, want het was in de tweede Wereldoorlog verwoest.

Aan het slot van de biografie schrijft zijn zoon Herman:
‘Mijn vader is zijn leven lang kerkelijk gebleven, Sinds hij was ingetrokken in de bungalow, ging hij ’s zondags naar de hervormde kerk in Gennep; daar preekte jarenlang dominee Herman Mondt (1897-1975). Met hem had hij ook een goed persoonlijk contact; ze wandelden door de bossen en hadden dan lange gesprekken, vaak over het geloof.’
Moge wij in onze gemeente deze geloofsgesprekken in het nieuwe seizoen voortzetten.

Ds. Derk Blom

Herman de Liagre Böhl
Bijbel en Babel, Frans de Liagre Böhl, 1882-1976
Amsterdam 2021


 
terug