Kerk en Israël
“De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God.”
Met bovenstaande woorden, geschreven als artikel 1 van de Kerkorde van de Protestantse Kerk, begint ons beleidsplan. Waarom?
Op deze vraag kan op verschillende manieren worden ingegaan. Het antwoord is ook heel complex. De relatie tussen Kerk en Israël heeft een lange, vaak problematische geschiedenis.
Deze begon na de dagen van Jezus. In zijn tijd, hij leefde denkt men zo’n 33 jaar, was er een veelkleurige Joods volk. Het bestond uit o.a. Essenen, Sadduceeën, Zeloten, Samaritanen, Farizeeën en Schriftgeleerden. De wetenschappers zijn het er nooit volledig over eens geworden tot welke groep Jezus zich rekende. Vast staat dat Jezus een Jood is. Dat belangrijke gegeven is, in de loop van de geschiedenis, veelal vergeten. Hij was ook niet de stichter van de kerk. Hij was de man die zei dat er geen tittel of jota aan de Thora veranderd mocht worden (Zie o.a. Mattheus 5, 18). Zijn eerste volgelingen waren over het algemeen Joden. De apostelen die na de dood van Jezus gingen getuigen kwamen in aanraking met de heidense wereld. Leest u de brieven van de apostelen er maar op na. Zij kregen ook te maken met niet-Joden die de weg van Jezus wilde gaan. De eerste christenen werden ‘mensen van de weg’ genoemd. Inmiddels waren de brieven van de apostelen bekend en werden vermenigvuldigd; dit gold ook voor de evangeliën. Er ontstonden her en der verspreid over het Romeinse Rijk gemeenten, de eerste hadden vaak hun oorsprong in plaatselijke synagogen. Een van de eerste ontstond in Antiochië. Deze regio heet nu Hatay, gelegen aan de Middellandse Zee, in het zuidoosten van Turkije.
De eerste gemeenten van ‘mensen van de weg’ bestonden uit Joden, niet-Joden die Jezus wilden navolgen sloten er zich bij aan. De apostelen worstelden met de vraag hoe met deze niet-Joodse aanwas om te gaan. Moesten de niet-Joden onder de volgelingen van Jezus zich gaan houden aan alle voorschriften uit de Thora, inclusief de besnijdenis? In de Handelingen en de brieven van Paulus is o.a. over deze vragen te lezen.
Ik maak nu een sprong van enkele eeuwen. De diverse gemeenten zijn een apostolische kerk gaan vormen. Er zijn kerkvergaderingen gehouden, geloofsbelijdenissen geschreven om niet alleen het geloof te bespreken en te verwoorden, maar het ook te beschermen tegen ketterijen. In de vierde eeuw werd de Kerk formeel de officiële kerk binnen het Romeinse Rijk, dat zich uitstrekte rondom de Middellandse Zee tot in het noorden van Europa. Het christelijk geloof werd verkondigd; een geloof dat erop gericht was heidenen te bekeren. Langzaam verwijderde de Kerk zich van haar Joodse wortels. De evangelist Johannes begon al met de vergoddelijking van Jezus. Dit in tegenstelling tot de andere evangelisten, die Jezus als een uniek mens afschilderden, kritisch, confronterend, sociaal, maar door en door Joods.
In de loop der eeuwen was er sprake van een scheiding der wegen tussen christenen en Joden. Steeds vaker zette de kerkvaders zich af tegen de Joden. Anti-Joodse teksten zijn er zelfs al in het Johannes-evangelie, te vinden, maar des te meer bij de kerkvaders en protestantse kerkhervormers. Deze uitspraken vormden een voedingsbodem voor Jodenhaat en antisemitisme en leidde o.a. tot Jodenvervolging (pogroms) en uiteindelijk tot de Holocaust, de massale vernietiging van Joden in de Tweede Wereldoorlog. Hitler baseerde zijn nazisme o.a. op allerlei anti-Joodse uitspraken en uitingen uit de geschiedenis.
Na de Tweede Wereldoorlog beleden vele kerken schuld. Onze Protestantse kerk sprak, op 8 november 2020, een schuldbelijdenis uit naar de Joodse gemeenschap in Nederland. De tekst is te lezen op de website van de Protestantse kerk. Al veel eerder, in 1948, plaatste de Nederlands Hervormde Kerk de Israëlzondag op de kerkelijk kalender om zich te bezinnen over de relatie tussen de kerk en het Joodse volk. Ds. Henk Vreekamp, lange tijd predikant met als bijzondere opdracht het gesprek met Israël, zei eens “Zonder Israël is de kerk niet volgroeid.” Met andere woorden een kerk die de wortels met Israël, het volk van God, doorsnijdt of vergeet dat ze is geworteld in Israël, heeft geen bestaansrecht en geen toekomst.
Bezinning op de relatie tussen christendom en jodendom, kerk en synagoge, blijft een permanente opdracht, zeker nu het antisemitisme wereldwijd groeit. Maar niet alleen daarom. Studie van het jodendom en ontmoeting met Joden leert ons onszelf beter te verstaan.
(Wordt vervolgd)
Ds. Derk F. Blom
Met bovenstaande woorden, geschreven als artikel 1 van de Kerkorde van de Protestantse Kerk, begint ons beleidsplan. Waarom?
Op deze vraag kan op verschillende manieren worden ingegaan. Het antwoord is ook heel complex. De relatie tussen Kerk en Israël heeft een lange, vaak problematische geschiedenis.
Deze begon na de dagen van Jezus. In zijn tijd, hij leefde denkt men zo’n 33 jaar, was er een veelkleurige Joods volk. Het bestond uit o.a. Essenen, Sadduceeën, Zeloten, Samaritanen, Farizeeën en Schriftgeleerden. De wetenschappers zijn het er nooit volledig over eens geworden tot welke groep Jezus zich rekende. Vast staat dat Jezus een Jood is. Dat belangrijke gegeven is, in de loop van de geschiedenis, veelal vergeten. Hij was ook niet de stichter van de kerk. Hij was de man die zei dat er geen tittel of jota aan de Thora veranderd mocht worden (Zie o.a. Mattheus 5, 18). Zijn eerste volgelingen waren over het algemeen Joden. De apostelen die na de dood van Jezus gingen getuigen kwamen in aanraking met de heidense wereld. Leest u de brieven van de apostelen er maar op na. Zij kregen ook te maken met niet-Joden die de weg van Jezus wilde gaan. De eerste christenen werden ‘mensen van de weg’ genoemd. Inmiddels waren de brieven van de apostelen bekend en werden vermenigvuldigd; dit gold ook voor de evangeliën. Er ontstonden her en der verspreid over het Romeinse Rijk gemeenten, de eerste hadden vaak hun oorsprong in plaatselijke synagogen. Een van de eerste ontstond in Antiochië. Deze regio heet nu Hatay, gelegen aan de Middellandse Zee, in het zuidoosten van Turkije.
De eerste gemeenten van ‘mensen van de weg’ bestonden uit Joden, niet-Joden die Jezus wilden navolgen sloten er zich bij aan. De apostelen worstelden met de vraag hoe met deze niet-Joodse aanwas om te gaan. Moesten de niet-Joden onder de volgelingen van Jezus zich gaan houden aan alle voorschriften uit de Thora, inclusief de besnijdenis? In de Handelingen en de brieven van Paulus is o.a. over deze vragen te lezen.
Ik maak nu een sprong van enkele eeuwen. De diverse gemeenten zijn een apostolische kerk gaan vormen. Er zijn kerkvergaderingen gehouden, geloofsbelijdenissen geschreven om niet alleen het geloof te bespreken en te verwoorden, maar het ook te beschermen tegen ketterijen. In de vierde eeuw werd de Kerk formeel de officiële kerk binnen het Romeinse Rijk, dat zich uitstrekte rondom de Middellandse Zee tot in het noorden van Europa. Het christelijk geloof werd verkondigd; een geloof dat erop gericht was heidenen te bekeren. Langzaam verwijderde de Kerk zich van haar Joodse wortels. De evangelist Johannes begon al met de vergoddelijking van Jezus. Dit in tegenstelling tot de andere evangelisten, die Jezus als een uniek mens afschilderden, kritisch, confronterend, sociaal, maar door en door Joods.
In de loop der eeuwen was er sprake van een scheiding der wegen tussen christenen en Joden. Steeds vaker zette de kerkvaders zich af tegen de Joden. Anti-Joodse teksten zijn er zelfs al in het Johannes-evangelie, te vinden, maar des te meer bij de kerkvaders en protestantse kerkhervormers. Deze uitspraken vormden een voedingsbodem voor Jodenhaat en antisemitisme en leidde o.a. tot Jodenvervolging (pogroms) en uiteindelijk tot de Holocaust, de massale vernietiging van Joden in de Tweede Wereldoorlog. Hitler baseerde zijn nazisme o.a. op allerlei anti-Joodse uitspraken en uitingen uit de geschiedenis.
Na de Tweede Wereldoorlog beleden vele kerken schuld. Onze Protestantse kerk sprak, op 8 november 2020, een schuldbelijdenis uit naar de Joodse gemeenschap in Nederland. De tekst is te lezen op de website van de Protestantse kerk. Al veel eerder, in 1948, plaatste de Nederlands Hervormde Kerk de Israëlzondag op de kerkelijk kalender om zich te bezinnen over de relatie tussen de kerk en het Joodse volk. Ds. Henk Vreekamp, lange tijd predikant met als bijzondere opdracht het gesprek met Israël, zei eens “Zonder Israël is de kerk niet volgroeid.” Met andere woorden een kerk die de wortels met Israël, het volk van God, doorsnijdt of vergeet dat ze is geworteld in Israël, heeft geen bestaansrecht en geen toekomst.
Bezinning op de relatie tussen christendom en jodendom, kerk en synagoge, blijft een permanente opdracht, zeker nu het antisemitisme wereldwijd groeit. Maar niet alleen daarom. Studie van het jodendom en ontmoeting met Joden leert ons onszelf beter te verstaan.
(Wordt vervolgd)
Ds. Derk F. Blom
terug