Pinksteren
We vieren Pinksteren op de vijftigste dag na Pasen
De leerlingen van Jezus zijn bijeen. Ze komen samen om het Joodse oogstfeest (Sjavoeot) te vieren. Goede Vrijdag, de dag waarop Jezus werd gekruisigd, ligt achter hen. Ze mochten het feest van de opwekking vieren. De dood heeft niet het laatste woord! Jezus verscheen veertig dagen in hun midden. Dan wordt het Hemelvaart. Jezus verdwijnt in een wolk. De leerlingen staan er weer alleen voor. Ze zijn in shock. Hoe gaan ze om met de situatie van leegte en gemis? Wij weten wel wat je dan moet doen. Je zoekt elkaar op. Je deelt samen ervaringen over de ontmoetingen en de gesprekken die je met elkaar hebt meegemaakt. Bij de leerlingen zal het niet anders zijn gegaan. Ze kwamen bijeen op zoek naar houvast. Dat vinden ze in het gedeelde verleden en de hoop die daaruit klinkt voor de toekomst.
Deze hoop wordt gevoed door de Geest die zij ontvangen. Ze durven weer naar buiten waar ze mensen in hun eigen taal horen spreken. Het lijkt wel een Babylonische spraakverwarring. Lijkt, want al die mensen die naar Jeruzalem kwamen om het Joodse Wekenfeest te vieren zijn met elkaar verbonden. De goede boodschap van hoop en toekomst die zij van Jezus hebben ontvangen maakt he tot één gemeenschap. Ze begrijpen wat hen te doen staat: ze moeten ook boodschappers van dat verhaal worden en tekenen van hoop oprichten. Later zijn christenen dit feest Pinksteren gaan noemen.
De leerlingen van Jezus zijn bijeen. Ze komen samen om het Joodse oogstfeest (Sjavoeot) te vieren. Goede Vrijdag, de dag waarop Jezus werd gekruisigd, ligt achter hen. Ze mochten het feest van de opwekking vieren. De dood heeft niet het laatste woord! Jezus verscheen veertig dagen in hun midden. Dan wordt het Hemelvaart. Jezus verdwijnt in een wolk. De leerlingen staan er weer alleen voor. Ze zijn in shock. Hoe gaan ze om met de situatie van leegte en gemis? Wij weten wel wat je dan moet doen. Je zoekt elkaar op. Je deelt samen ervaringen over de ontmoetingen en de gesprekken die je met elkaar hebt meegemaakt. Bij de leerlingen zal het niet anders zijn gegaan. Ze kwamen bijeen op zoek naar houvast. Dat vinden ze in het gedeelde verleden en de hoop die daaruit klinkt voor de toekomst.
Deze hoop wordt gevoed door de Geest die zij ontvangen. Ze durven weer naar buiten waar ze mensen in hun eigen taal horen spreken. Het lijkt wel een Babylonische spraakverwarring. Lijkt, want al die mensen die naar Jeruzalem kwamen om het Joodse Wekenfeest te vieren zijn met elkaar verbonden. De goede boodschap van hoop en toekomst die zij van Jezus hebben ontvangen maakt he tot één gemeenschap. Ze begrijpen wat hen te doen staat: ze moeten ook boodschappers van dat verhaal worden en tekenen van hoop oprichten. Later zijn christenen dit feest Pinksteren gaan noemen.
terug